tisdag, december 07, 2004

Aan het eind van de dag

* Naar aanleiding van een brainstorm over het 'godvormig gat', waarmee wij allemaal van nature zijn opgescheept...*


Het is vreselijk smerig, maar het moest een keer geprobeerd worden: Psilosybine. Ofwel, de Mexicaanse paddo.

Ik ging vol verwachting onder een boom liggen en ik dacht dat ik niets voelde. Maar toen keek ik omhoog… en de boom lachte. Hij lachte heel vriendelijk en al zijn groene blaadjes zwaaiden naar me. Ik voelde me zo gelukkig. Ik heb het niet over gelukkig zoals we ons allemaal wel eens voelen, ik heb het over zó ontzettend gelukkig dat je als een kind ligt te brullen. Ik voelde mij zo verwant aan die boom en haar blaadjes, en aan de heuvel waarop ik lag, en aan de lucht en de wolken en alles om me heen. Ik voelde allerlei emoties waar ik mij normaal niet van bewust ben. Kortom, ik was één met de kosmos en het was de normaalste zaak van de wereld. Er dreef een grassprietje in mijn flesje water, zo eenzaam! Dat kon ik niet aanzien; ik plukte nog een grassprietje en liet die ook in mijn flesje vallen. Toen konden we weer samen lachen. Ik en mijn grassprietjes keken naar de blauwe lucht en ik zag allemaal figuren vanachter de wolken tevoorschijn komen, stuk voor stuk de meest surrealistische dingen. Werkelijk waar, Salvador Dali eat your heart out! En van het een op het andere moment besefte ik, dat ik al een hele tijd de Waarheid kende. Ik wist dat God er was, wie God was en waarom hij ons gemaakt had zoals we zijn. Alle stukjes vielen op hun plaats, het had niet beter gekund als het een droom was geweest. Het had ook nooit anders kúnnen zijn. Hoe kon ik dat al die jaren niet begrepen hebben? Ik bloosde ervan. Ik kon dit verlichte moment niet voor mijzelf houden, dus ik pakte pen en papier om het op te schrijven. Maar toen ik een woord op papier wilde zetten, was ik vergeten wat een pen was. En ik wist ook niet meer wat papier was. Een link leggen tussen pen en papier lukte al helemaal niet. Ik keek naar dat langwerpige ding in mijn hand en ik groef in mijn geheugen maar ik wist niet wat ik ermee aan moest. Ik kan je vertellen dat het een bizarre ervaring was, maar helemaal niet eng. Toen heb ik het langwerpige ding maar weer opgeborgen, en ik besloot te genieten van het moment. Ik kon het later vast wel navertellen, dacht ik. Het was toch allemaal zo vanzelfsprekend en logisch?

Dat navertellen is helaas niet gelukt, en ik kan mij er vrij weinig van herinneren. Je kunt zeggen dat het de drugs waren die mij zulke rare gedachten gaven, maar wie durft te beweren dat ik zonder drugs ‘dichter’ bij de wereld sta? Dat weten we niet. Het was in ieder geval een fantastische dag. Ik vraag mij toch af, waarom kon ik het niet opschrijven?
Het is soms inderdaad onmogelijk iets te definiëren. Vergeet niet dat woorden slechts symbolen zijn voor bepaalde verschijnselen. Ze kunnen de werkelijkheid benaderen, maar kunnen deze niet volledig uitdrukken. Misschien is het niet zo belangrijk het in woorden te vertalen. Net als liefde; het is ongrijpbaar, je kunt het niet zien, maar het ís er en we hebben er allemaal mee te maken. Als je zegt ‘ik hou van jou’ weet je dat je het meent (mijn verdorven ex buiten beschouwing gelaten) en voel je dat je het meent, al is het niet te bewijzen. Is het dan toch waar, “God is liefde”? Het klinkt zo simpel.

“God heeft de mens geschapen met een leegte die Hij alleen vullen kan” , zei Blaise Pascal ooit. Flauw hoor! Als je er bent, laat je dan zien! Laat mij niet piekeren over je bestaan. Ga gewoon in dat gat zitten en maak het me eens wat makkelijker. Ik zou er alles voor over hebben te weten waar mijn recentelijk gestorven oma nu naartoe gaat. Een leegte die alléén Jij kan vullen? Ik heb ook een leegte maar ik wil je plek best weggeven aan mijn vrienden, familie en hopelijk op een dag aan een man die van mij houdt.
Oei, quelle cliché! Maar als God er is, dan is misschien hij de liefde die wij voor onszelf en voor elkaar voelen. Datgene waar we, aan het eind van de dag, toch állemaal voor leven.



Inga kommentarer: