fredag, maj 27, 2005

Achter De Wolken ...


Het was laat. Ze was moe, ze wist dat ze elk moment naar bed zou moeten gaan. Ze wist dat ze het uit zou stellen maar dat het er die nacht, zoals elke nacht, toch van moest komen: slapen. Voor zo velen iets om naar uit te kijken: een heerlijk warm bed in een stille, donkere kamer, een zachte deken over je heen, en even niets meer om over na te denken. Voor haar was het elke nacht weer een beproeving. Het bed voelt te warm, of juist te koel aan. Het donker maakt haar bang, en de stilte is de ergste vijand. Zou het vannacht goed gaan? Zou ze rustig kunnen inslapen, of zouden allerlei duistere gedachten zich weer meester van haar maken?
Het sluipt erin, dat wist ze maar al te goed. Je kunt niets doen om het tegen te houden. Een fles wijn naar binnen gieten was in het verleden een goede oplossing, maar naar die uitweg wilde ze niet meer grijpen. Ze doorliep het ritueel; make-up verwijderen - tanden poetsen – haar kammen – kleren uit – in bed kruipen – licht nog even aanlaten…. Totdat ze het uit durft te doen. De ene nacht ging dat meteen, de andere nacht bleef het licht een uur aan. Zodat ze naar haar kamer kon kijken, iets had om naar te staren. Alles beter dan het donker, wat haar deed denken aan levend begraven worden.
Ze deed het licht uit, staarde in het donker, en wachtte op de slaap. Haar hondje ging onder haar bed liggen slapen, dus over monsters onder haar hoefde ze zich geen zorgen te maken. Maar de monsters in haar hoofd, in het donker, in de stilte, die konden niet verdreven worden. Ze voelde de paniek opkomen, en probeerde met man en macht aan leuke dingen te denken. Aan haar nieuwe liefde en de dingen die ze nog met hem wilde doen, aan haar lieve dieren, haar rooskleurige toekomst en wat ze morgen wilde gaan eten. Maar dat leek plotseling allemaal zo onbelangrijk. Die kleine troostende bezigheden die we om ons heen verzamelen lijken alles behalve verlichtend wanneer je angsten zo op de basale dingen van het leven gericht zijn. Relativeren is niet meer mogelijk. Ze vergeleek het altijd met kleurenblindheid;
Je ziet rood, maar kunt het niet benoemen of herkennen als zodanig. Of beter; je kijkt naar rood, maar je ziet het niet, omdat je op dat moment het vermogen niet hebt de kleur te herkennen. Het is rood, het is rood, het is écht rood…maar het is blauw. En niemand kan je helpen. Ze zweette, ze rilde, ze huilde, ze jammerde. En ze ervoer voor de zoveelste keer wat werkelijk eenzaamheid is.
Ze pakte haar telefoon en belde haar vriend, haar vriendin, nog een vriendin…maar slechts voicemails stonden haar te woord. Ze vervloekte al die zogenaamde vrienden die haar hadden gezegd “je kunt me altijd bellen als je het moeilijk hebt, al is het midden in de nacht”.
De aanval was die nacht gelukkig maar kort, een paar minuten. Minuten die weliswaar uren leken, maar ze had erger meegemaakt. Uiteindelijk lukte het haar in een diepe, rustige slaap te vallen. Met opmerkelijk fijne dromen, tot haar verbazing. Alsof er toch nog ergens vandaan enige troost gestuurd werd.

Er was weer een nacht voorbij, een nieuwe dag vol mogelijkheden stond voor de deur. Vermoeid maar met frisse moed en het optimisme dat ze ondanks alles weigerde los te laten stapte ze naar buiten. De zon scheen op haar gezicht en verwarmde haar lichaam, als een teken van boven; “Alles komt goed”. Ze glimlachte, en dacht aan wat ze die dag wilde eten, en de leuke dingen die ze met haar nieuwe liefde wilde gaan doen.

3 kommentarer:

Anonym sa...

Wat is dit weer goed verwoord.
Voor mensen met een angststoornis is het vaak moeilijk uit te leggen hoe je je voelt en wat er gebeurd.
Veel mensen snappen het ook niet en vaak krijgen ze te horen dat ze het maar raar vinden. Dan heb je het gevoel dat je alleen staat.

Liefs.....

Anonym sa...

Mooi beschreven Hannah. Helaas is het een stuk minder mooi om het gevoel zelf te ervaren. Het kan soms een gevecht tegen de bierkaai lijken, maar ik geloof wel dat het een gevecht is die je uiteindelijk kunt winnen :-)

Ro

Anonym sa...

Wat een mooi stuk Hannah, ik heb er zelf misschien geen last van, van angstaanvallen, maar de manier waarop je het beschrijft... Ik word er zelf een beetje benauwd van. Ik weet niet wat ik kan zeggen om het beter te maken, maar dat kan niemand denk ik in zo'n mentale strijd. Ik zou nog meer willen schrijven maar, ik hoop je gewoon snel weer eens te zien.
Liefs Lotte